ECLI:NL:CRVB:2014:743
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M. Hillen
- P.J.M. Crombach
- Rechtspraak.nl
Verlaging van bijstand wegens niet nakomen van verplichtingen tot arbeidsinschakeling
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, waarbij haar bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) met 100% werd verlaagd voor de duur van één maand. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante onvoldoende heeft meegewerkt aan haar re-integratietraject bij Stichting Service Dienst Werk (SDW). Appellante, die bijstand ontvangt als alleenstaande ouder met vijf kinderen, werd aangemeld voor een werkstage bij SDW, maar verzuimde regelmatig en kwam afspraken niet na. Het college legde een maatregel op omdat appellante niet voldeed aan de verplichtingen die voortvloeien uit de WWB. De rechtbank Rotterdam had eerder het besluit van het college vernietigd, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank ten onrechte de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand heeft gelaten. De Raad bevestigt dat de maatregel van 100% verlaging van de bijstand terecht is opgelegd, omdat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat de aangeboden voorzieningen niet passend waren. De Raad concludeert dat het college op basis van de Afstemmingsverordening de bijstand van appellante terecht heeft verlaagd, en dat het hoger beroep van appellante niet slaagt.