Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de weigering van een WIA-uitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellant, die zich met rugklachten ziek had gemeld, had op 9 juli 2012 een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering. Na een medisch onderzoek door een verzekeringsarts van het Uwv, werd vastgesteld dat appellant ongeschikt was voor zijn eigen werk, maar geschikt voor andere passende functies, met een verlies aan verdiencapaciteit van 18,65%. Het Uwv wees de aanvraag af op 25 september 2012.
Appellant ging in bezwaar, waarbij hij stelde dat zijn beperkingen door rugklachten ernstiger waren dan het Uwv had aangenomen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep voerde een herbeoordeling uit en stelde de beperkingen bij, maar concludeerde dat de mate van arbeidsongeschiktheid nog steeds minder dan 35% was. De rechtbank Amsterdam verklaarde het beroep van appellant tegen het besluit van het Uwv ongegrond, waarbij zij oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd.
In hoger beroep herhaalde appellant zijn standpunt dat onvoldoende rekening was gehouden met zijn lichamelijke en psychische klachten. De Centrale Raad van Beroep oordeelde echter dat de rechtbank terecht de medische grondslag van het bestreden besluit onderschreef. De verzekeringsartsen hadden zorgvuldig onderzoek verricht en de informatie van de behandelend sector meegewogen. De Raad concludeerde dat de arbeidsdeskundige voldoende had gemotiveerd dat de geduide functies geschikt waren voor appellant, ondanks zijn rugklachten. Het hoger beroep werd verworpen en de aangevallen uitspraak werd bevestigd, evenals de afwijzing van het verzoek om schadevergoeding.