ECLI:NL:CRVB:2015:1128
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van Wajong-uitkering en toeslag in verband met inkomsten uit arbeid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant, die al jaren een Wajong-uitkering ontvangt, had bezwaar gemaakt tegen de besluiten van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) die zijn uitkering en toeslag verlaagden op basis van zijn inkomsten als zelfstandig taxichauffeur. Het Uwv had vastgesteld dat de Wajong-uitkering over 2009 en 2010 op basis van de inkomsten uit arbeid moest worden aangepast, wat leidde tot een terugvordering van € 16.349,10. De rechtbank had het beroep van de appellant ongegrond verklaard, en de Centrale Raad bevestigde deze uitspraak. De Raad oordeelde dat het Uwv terecht had gehandeld en dat de appellant geen herziening had aangevraagd van de definitieve aanslagen van de belastingdienst. De Raad benadrukte dat het hoger beroep niet bedoeld is om de anticumulatie van de Wajong-uitkering en de toeslag te waarborgen in het geval de belastingdienst de aanslagen herziet. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank.