ECLI:NL:CRVB:2015:1155
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering nabestaandenuitkering op basis van ANW door niet-verzekerd zijn van de echtgenoot
Op 10 april 2015 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellante, die een nabestaandenuitkering op basis van de Algemene nabestaandenwet (ANW) heeft aangevraagd na het overlijden van haar echtgenoot. De echtgenoot van appellante, die in Nederland had gewoond en gewerkt, overleed op 8 juli 2011 in Marokko. Bij zijn overlijden ontving hij een ouderdomspensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet, maar was hij niet verzekerd onder de ANW. De Sociale verzekeringsbank (Svb) weigerde de nabestaandenuitkering, wat leidde tot een procedure bij de rechtbank Amsterdam. De rechtbank verklaarde het beroep van appellante ongegrond, waarop zij in hoger beroep ging.
In hoger beroep heeft appellante betoogd dat zij recht heeft op de uitkering, onder verwijzing naar haar zorg voor de kinderen en haar slechte financiële situatie. De Centrale Raad van Beroep heeft echter de overwegingen van de Svb en de rechtbank onderschreven en kwam tot de conclusie dat de echtgenoot van appellante ten tijde van zijn overlijden niet voldeed aan de voorwaarden voor verzekering onder de ANW. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak werd gedaan door T.L. de Vries, in tegenwoordigheid van griffier B. Fotchind, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.