Uitspraak
OVERWEGINGEN
.Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft appellant medische informatie van PsyQ van 27 juni 2013 overgelegd.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. Appellant, die zich op 17 januari 2011 ziek meldde wegens hoofdpijn en nekklachten, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat hij met ingang van 14 januari 2013 geen recht had op een WIA-uitkering. De rechtbank had het beroep van appellant ongegrond verklaard, en het Uwv handhaafde zijn standpunt dat appellant, ondanks zijn beperkingen, geschikt was voor passende functies.
De Raad oordeelde dat het bestreden besluit van het Uwv gebaseerd was op een voldoende zorgvuldig onderzoek en een draagkrachtige medische onderbouwing. De verzekeringsarts had de medische gegevens van appellant, waaronder informatie van zijn behandelend neuroloog en huisarts, in zijn beoordeling betrokken. De rechtbank had geen aanleiding gezien om de conclusies van de verzekeringsartsen te betwisten, en ook in hoger beroep herhaalde appellant zijn standpunt dat hij volledig arbeidsongeschikt was. De Raad concludeerde dat de door appellant overgelegde medische informatie van PsyQ geen nieuwe gezichtspunten bood die de eerdere beoordelingen konden ondermijnen.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen reden was om te twijfelen aan de geschiktheid van appellant voor de functies die aan de schatting ten grondslag lagen. De beslissing van de Centrale Raad van Beroep houdt in dat het hoger beroep van appellant niet slaagt en dat de eerdere uitspraak wordt bevestigd. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien hiervoor geen aanleiding bestond.