ECLI:NL:CRVB:2015:1558
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- Rechtspraak.nl
Weigering IVA-uitkering wegens gebrek aan duurzame arbeidsongeschiktheid en geschiktheid voor geselecteerde functies
In deze zaak heeft appellante, die op 17 augustus 2010 wegens psychische klachten uitviel voor haar werk als inkomensconsulente, hoger beroep ingesteld tegen de weigering van het Uwv om haar een IVA-uitkering toe te kennen. Het Uwv had vastgesteld dat appellante met ingang van 14 augustus 2012 recht had op een loongerelateerde WGA-uitkering, met een mate van arbeidsongeschiktheid van 46%. De rechtbank Amsterdam verklaarde het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond.
Appellante betoogde in hoger beroep dat zij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is en dat haar beperkingen zijn onderschat. De Centrale Raad van Beroep heeft de medische oordeelsvorming van het Uwv onderschreven en geen redenen gevonden om aan de zorgvuldigheid en juistheid van het onderzoek te twijfelen. De verzekeringsarts had appellante gezien en dossierstudie verricht, waarbij ook informatie van haar behandelend psychiater was betrokken. De Raad concludeerde dat appellante in staat is om de voor haar geselecteerde functies te vervullen, ondanks haar beperkingen.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat appellante niet in aanmerking komt voor een IVA-uitkering, omdat zij niet volledig arbeidsongeschikt is. De uitspraak werd gedaan door D.J. van der Vos, in tegenwoordigheid van griffier M. Crum, en werd openbaar uitgesproken op 1 mei 2015.