ECLI:NL:CRVB:2015:2064
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag Wajong-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek en geschiktheid functies
Op 19 juni 2015 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellante tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) inzake de afwijzing van haar aanvraag voor een Wajong-uitkering. Appellante had op 29 november 2012 een aanvraag ingediend voor arbeidsondersteuning op grond van de Wet Wajong. Na een medisch onderzoek door een verzekeringsarts van het Uwv, werd geconcludeerd dat appellante in staat was om in niet te moeilijk werk een normaal loon te verdienen. De aanvraag werd op 18 januari 2013 afgewezen, wat door het Uwv werd gehandhaafd na bezwaar. De rechtbank Oost-Brabant verklaarde het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond.
In hoger beroep voerde appellante aan dat haar medische beperkingen onvoldoende waren onderkend. Ze verwees naar restverschijnselen van een psychose en de bijwerkingen van medicatie. De Raad oordeelde echter dat het bestreden besluit berustte op een deugdelijke medische onderbouwing. De in hoger beroep overgelegde gegevens gaven onvoldoende aanleiding om te veronderstellen dat de beperkingen van appellante waren onderschat. De Raad bevestigde dat de geselecteerde functies passend waren, ondanks de persoonlijke inschatting van appellante over haar arbeidsomstandigheden.
De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Appellante werd erop gewezen dat ze de mogelijkheid had om het Uwv te benaderen voor een beoordeling van eventuele toegenomen arbeidsongeschiktheid. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.