ECLI:NL:CRVB:2015:2222
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- H. van Leeuwen
- P.H. Banda
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WIA-uitkering en medische grondslag van de FML
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De zaak betreft de beëindiging van de loongerelateerde WGA-uitkering van betrokkene, die door het Uwv was vastgesteld op een mate van arbeidsongeschiktheid van 55 tot 65%. Het Uwv had in een besluit van 28 september 2011 bepaald dat de uitkering per 20 december 2011 zou eindigen en dat betrokkene in aanmerking zou komen voor een WGA-vervolguitkering. Betrokkene was het hier niet mee eens en stelde recht te hebben op een uitkering op grond van de Inkomensverzekering voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten (IVA). De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit op een onjuiste medische en arbeidskundige grondslag was gebaseerd, omdat het gebruik van tramadol door betrokkene niet was meegenomen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML). De rechtbank heeft het beroep van betrokkene gegrond verklaard en het Uwv opgedragen om per 20 december 2011 een IVA-uitkering toe te kennen.
In hoger beroep heeft het Uwv aangevoerd dat er geen structurele beperkingen voor persoonlijk risico zijn en dat betrokkene tramadol slechts zelden gebruikte. De Raad heeft echter geoordeeld dat de rechtbank terecht heeft vastgesteld dat het bestreden besluit op een onjuiste medische grondslag is gebaseerd. De medisch adviseur Derks had overtuigend onderbouwd dat het gebruik van tramadol door betrokkene niet voor niets was en dat er bij incidenteel gebruik geen gewenning optreedt. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat betrokkene recht heeft op een IVA-uitkering, omdat de kans op herstel gering is en de functie van besteller post/pakketten niet passend is voor betrokkene. Het Uwv werd veroordeeld in de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 980,- en er werd een griffierecht van € 478,- opgelegd.