Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- wijst het verzoek tot veroordeling van het Uwv tot vergoeding van wettelijke rente af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 juli 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De appellant, die in 1982 een motorongeval had gehad, had een WAO-uitkering ontvangen die in 1994 was ingetrokken. In 2012 verzocht hij om herbeoordeling van zijn arbeidsongeschiktheid, maar het Uwv weigerde dit omdat er geen toegenomen arbeidsongeschiktheid was vastgesteld binnen vijf jaar na de intrekking van de uitkering. De rechtbank verklaarde het beroep van de appellant ongegrond, waarna hij in hoger beroep ging.
De Raad overwoog dat volgens artikel 43a van de WAO een uitkering kan worden toegekend als de arbeidsongeschiktheid voortkomt uit dezelfde oorzaak als de eerdere uitkering en binnen vijf jaar na intrekking is ontstaan. De Raad concludeerde dat de appellant niet kon aantonen dat zijn huidige rugklachten voortkwamen uit het letsel van het motorongeval. De verzekeringsarts had overtuigend aangetoond dat de rugklachten pas in 2000 waren ontstaan, wat buiten de termijn van vijf jaar viel. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek van de appellant om vergoeding van wettelijke rente af, evenals de proceskosten.