ECLI:NL:CRVB:2015:2413
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.W.J. Schoor
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid en medische beoordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 juli 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die als assistent beheerder werkte, had een WIA-uitkering aangevraagd na uitval door ziekte. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had vastgesteld dat de appellant met ingang van 7 februari 2012 minder dan 35% arbeidsongeschikt was en weigerde de uitkering. De rechtbank had het bezwaar van de appellant ongegrond verklaard, maar de appellant ging in hoger beroep.
De Raad heeft de medische en arbeidskundige grondslagen van het besluit van het Uwv beoordeeld. De Raad oordeelde dat het Uwv de afwijzing van de WIA-uitkering op goede gronden had gemotiveerd. De verzekeringsarts had de appellant medisch onderzocht en de informatie van de behandelend psycholoog betrokken bij de beoordeling. De Raad concludeerde dat er geen reden was om te twijfelen aan de juistheid van de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) en dat de geselecteerde functies passend waren voor de appellant.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en liet de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand. Het verzoek van de appellant om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige medische beoordeling en de noodzaak voor de appellant om voldoende medische onderbouwing te leveren voor zijn stellingen.