Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van wettelijke rente af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de vraag of de appellant, die sinds 2006 met rug- en psychische klachten kampt, recht heeft op een IVA-uitkering in plaats van een WGA-uitkering. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de appellant op de relevante data weliswaar volledig arbeidsongeschikt was, maar niet duurzaam. De Raad volgt de overwegingen van de rechtbank en stelt vast dat de verzekeringsarts in haar rapport van 25 maart 2013 voldoende heeft onderbouwd dat er mogelijkheden zijn voor verbetering van de functionele mogelijkheden van de appellant door middel van therapie en andere medische behandelingen. De Raad benadrukt dat ook bij niet te genezen aandoeningen er kansen zijn voor verbetering van de belastbaarheid.
De appellant had eerder recht op een loongerelateerde WGA-uitkering, maar na heronderzoeken en besluiten van het Uwv is vastgesteld dat zijn mate van arbeidsongeschiktheid niet is veranderd. De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en de Raad bevestigt deze uitspraak. De Raad oordeelt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende zorgvuldig heeft gehandeld en dat de prognose met betrekking tot de in geding zijnde data deugdelijk was. De Raad wijst het verzoek om vergoeding van wettelijke rente en proceskosten af, en bevestigt de aangevallen uitspraak.