ECLI:NL:CRVB:2015:263
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H. van Leeuwen
- Rechtspraak.nl
Beëindiging WGA-uitkering en toekenning WGA-vervolguitkering met betrekking tot medische grondslag en arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 februari 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van het Uwv om haar WGA-uitkering te beëindigen. De Raad oordeelt dat de medische grondslag van het bestreden besluit voldoende onderbouwd is. Appellante, die in hoger beroep ging, stelde dat het Uwv onvoldoende rekening had gehouden met haar gezondheidsklachten, met name de gevolgen van een hernia. De rechtbank had eerder geoordeeld dat er geen redenen waren om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek door de verzekeringsartsen. De Raad bevestigt deze conclusie en stelt dat de rapporten van de verzekeringsarts bezwaar en beroep, P.M. Cramer, goed gemotiveerd zijn. Cramer concludeert dat appellante niet volledig arbeidsongeschikt is en dat er geen medische bezwaren zijn tegen haar re-integratie, ondanks lopende onderzoeken. De Raad oordeelt dat de FML (Functionele Mogelijkhedenlijst) correct is en dat appellante in staat is om de geduide functies te vervullen, waaronder de functie van archiefmedewerker, waarbij tilbelasting acceptabel wordt geacht. Het hoger beroep van appellante wordt afgewezen en de aangevallen uitspraak wordt bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.