ECLI:NL:CRVB:2015:2758
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 augustus 2015 uitspraak gedaan over een verzoek om schadevergoeding wegens de overschrijding van de redelijke termijn in een bestuursrechtelijke procedure. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. P.L.O. van de Waarsenburg, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Haarlem. De Raad had eerder, op 24 september 2014, het onderzoek heropend om te beoordelen of de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM), was overschreden.
De Raad heeft vastgesteld dat de procedure vanaf de ontvangst van het bezwaarschrift op 9 november 2009 tot de uitspraak op 24 september 2014 meer dan vier jaar heeft geduurd, wat in strijd is met de redelijke termijn. De behandeling van het bezwaar duurde bijna vijf maanden, de behandeling van het beroep bij de rechtbank meer dan twee jaar en de behandeling van het hoger beroep bijna twee jaar. De Raad concludeert dat de redelijke termijn met tien maanden is overschreden, wat leidt tot een schadevergoeding van € 1.000,- aan de verzoeker.
De Centrale Raad van Beroep heeft de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Veiligheid en Justitie, veroordeeld tot betaling van deze schadevergoeding. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter M. Greebe en griffier P. Boer.