ECLI:NL:CRVB:2015:2776
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring hoger beroep wegens niet tijdig voldoen griffierecht
Op 4 augustus 2015 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 15/4108 WWB-PV. Het hoger beroep van de appellant, die niet tijdig het griffierecht heeft voldaan, is niet-ontvankelijk verklaard. De zaak betreft een mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 30 april 2015, met nummer 14/7066. Tijdens de zitting was de appellant vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. E. Kafa, terwijl het college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen niet aanwezig was.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellant het griffierecht niet binnen de gestelde termijn heeft voldaan. De gemachtigde van de appellant heeft ter zitting een beroep gedaan op betalingsonmacht. De Raad heeft echter geconstateerd dat er geen tijdig beroep op betalingsonmacht is gedaan. Op 24 juli 2015 heeft de Raad telefonisch contact gehad met een collega van de gemachtigde van de appellant, waarbij is aangegeven dat het griffierecht uiterlijk voor de zitting van 4 augustus 2015 betaald moest worden. De collega heeft bevestigd dat deze informatie aan de gemachtigde zou worden doorgegeven en dat er op 27 juli 2015 contact zou worden opgenomen met de Raad indien er problemen waren. Dit contact heeft echter niet plaatsgevonden.
De Raad concludeert dat, onder deze omstandigheden, er geen sprake is van een tijdig beroep op betalingsonmacht. De late kennisgeving van de gemachtigde aan de appellant over het niet kunnen of willen voldoen van het griffierecht verandert hier niets aan. Daarom is het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en is vastgelegd in een proces-verbaal.