ECLI:NL:CRVB:2015:2953
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- H. van Leeuwen
- P.H. Banda
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en WIA-uitkering in hoger beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De appellant, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.S. Fluit, had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om zijn loongerelateerde WGA-uitkering per 1 augustus 2012 te beëindigen. De rechtbank had geoordeeld dat het bestreden besluit van het Uwv medisch onvoldoende was onderbouwd, maar besloot de rechtsgevolgen in stand te laten. De Raad heeft de zorgvuldigheid van het onderzoek door de verzekeringsarts bezwaar en beroep bevestigd en de conclusies van deze arts als inzichtelijk en overtuigend beoordeeld. De Raad oordeelde dat de appellant, ondanks zijn psychische en verslavingsproblematiek, in staat was om de voor hem geschikte functies te vervullen. De door appellant ingediende verklaring van psychiater J. van Tillo werd niet als relevant voor de in geding zijnde datum beschouwd. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, waarbij het verzoek van appellant om vergoeding van wettelijke rente werd afgewezen. De uitspraak benadrukt de rol van de verzekeringsarts en de noodzaak voor appellanten om hun stellingen met gegevens te onderbouwen.