ECLI:NL:CRVB:2015:2965

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
1 september 2015
Publicatiedatum
1 september 2015
Zaaknummer
14/4314 WWB
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J.F. Bandringa
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van bijzondere bijstand voor de kosten van een nieuwe wasmachine op basis van buitenwettelijk begunstigend beleid

In deze zaak heeft appellante op 10 juli 2013 bijzondere bijstand aangevraagd voor de kosten van een nieuwe wasmachine, nadat zij deze kosten op 7 juli 2013 had betaald. Het dagelijks bestuur van Orionis Walcheren heeft deze aanvraag afgewezen, omdat de oude wasmachine van appellante nog geen acht jaar oud was en er geen bijzondere omstandigheden waren die een eerdere vervanging rechtvaardigden. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft het beroep tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.

Appellante heeft hoger beroep ingesteld en betoogd dat er wel sprake was van bijzondere omstandigheden. De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het dagelijks bestuur het buitenwettelijk begunstigend beleid consistent heeft toegepast. Dit beleid houdt in dat voor de aanschaf van een wasmachine bijstand kan worden verleend, mits de wasmachine minimaal acht jaar oud is, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die afwijking van deze richtlijn rechtvaardigen.

De Raad heeft geconcludeerd dat appellante niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de door haar gestelde bijzondere omstandigheden. De enkele stelling dat een monteur had vastgesteld dat de printplaat van de oude wasmachine defect was, was onvoldoende om aan te tonen dat vervanging noodzakelijk was. De Raad heeft het hoger beroep van appellante afgewezen en de uitspraak van de rechtbank bevestigd, zonder veroordeling in de proceskosten.

Uitspraak

14/4314 WWB
Datum uitspraak: 1 september 2015
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 11 juni 2014, 14/0557 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellante] te [woonplaats] (appellante)
het dagelijks bestuur van Orionis Walcheren (dagelijks bestuur)
PROCESVERLOOP
Appellante heeft hoger beroep ingesteld.
Het dagelijks bestuur heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 juli 2015. Appellante is verschenen, bijgestaan door C. Clarijs. Het dagelijks bestuur heeft zich laten vertegenwoordigen door
mr. N.M. Feijtel.

OVERWEGINGEN

1. De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.
1.1.
Appellante heeft op 10 juli 2013 bijzondere bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand aangevraagd voor de kosten van een nieuwe wasmachine. Appellante heeft deze kosten op
7 juli 2013 betaald.
1.2.
Bij besluit van 19 september 2013, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 12 december 2013 (bestreden besluit), heeft het dagelijks bestuur deze aanvraag afgewezen. Aan de besluitvorming heeft het dagelijks bestuur ten grondslag gelegd dat appellante niet voldoet aan de voorwaarden van het gevoerde beleid, omdat haar oude wasmachine nog geen acht jaren oud was en er geen bijzondere omstandigheden zijn die noodzaken tot eerdere vervanging.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
3. Appellante heeft zich in hoger beroep gemotiveerd tegen de aangevallen uitspraak gekeerd.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1.
Het geding tussen partijen spitst zich toe op de vraag of in de omstandigheden van appellante sprake was van bijzondere omstandigheden die afwijking van de door het dagelijks bestuur gehanteerde gebruikelijke levensduur van acht jaar van een wasmachine rechtvaardigen.
4.2.
Het dagelijks bestuur hanteert bij de beoordeling van een aanvraag om bijzondere bijstand het in de aangevallen uitspraak aangehaalde verstrekkingenboek. Dit verstrekkingenboek dient te worden gekwalificeerd als buitenwettelijk begunstigend beleid, voor zover op grond daarvan bijzondere bijstand voor - onder meer - de kosten van een wasmachine kan worden verleend in de situatie waarin beroep kan worden gedaan op de voorliggende voorziening, een lening bij de Kredietbank Walcheren. Bij de uitvoering van dit beleid hanteert het dagelijks bestuur de richtlijn dat, voor zover van belang, voor de aanschaf van een wasmachine onder voorwaarden bijstand “om niet” kan worden verkregen. Als
voorwaarde is onder meer opgenomen dat de wasmachine minimaal acht jaar oud is, waarbij tevens is vermeld: “gemiddelde levensduur; in bijzondere omstandigheden is afwijking van deze gebruiksduur altijd mogelijk!”.
4.3.
Volgens vaste rechtspraak (uitspraak van 20 augustus 2013, ECLI:NL:CRVB:2013:1459) wordt buitenwettelijk begunstigend beleid als gegeven beschouwd en dient de bestuursrechter te volstaan met de beoordeling van de vraag of het bestuursorgaan het beleid op consistente wijze heeft toegepast. Dit is het geval. Het dagelijks bestuur heeft overeenkomstig het beleid bij de beoordeling van de aanvraag van appellante, ondanks dat haar wasmachine ten tijde van de vervanging zes jaar oud was, blijkens het bestreden besluit getoetst of bijzondere omstandigheden tot inwilliging van haar aanvraag noopten. Het ligt op de weg van appellante om aannemelijk te maken dat sprake was van dergelijke bijzondere omstandigheden. Appellante heeft aangevoerd dat een monteur heeft vastgesteld dat de printplaat van haar oude wasmachine defect was en dat de totale kosten van vervanging van dit onderdeel zo hoog waren dat dit niet rendabel is. Van de zijde van het dagelijks bestuur is tijdens de hoorzitting op 25 november 2013 in het kader van het door appellante gemaakte bezwaar kenbaar gemaakt dat appellante bijvoorbeeld niet een verklaring van een monteur met een kostenoverzicht heeft overgelegd. Appellante, die een beroep doet op een in buitenwettelijk begunstigend beleid opgenomen uitzondering, heeft niet aannemelijk gemaakt dat het leveren van een dergelijke verklaring of enig ander bewijs van de door haar gestelde noodzaak van vervanging van haar zes jaar oude wasmachine, toen niet meer mogelijk was. De omstandigheid dat [naam bedrijf] de oude wasmachine van appellante heeft afgevoerd, is onvoldoende bewijs dat die machine total loss was, zoals appellante in bezwaar heeft aangevoerd.
4.4.
Uit 4.1 tot en met 4.3 volgt dat het hoger beroep niet slaagt, zodat de aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.
5. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door J.F. Bandringa, in tegenwoordigheid van C.M. Fleuren als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 1 september 2015.
(getekend) J.F. Bandringa
(getekend) C.M. Fleuren

HD