ECLI:NL:CRVB:2015:2966
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens overlijden appellant zonder opvolging door erfgenamen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 september 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 12/2183 WWB. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat de indiener, de appellant, is overleden. Er is niet gebleken van erfgenamen die de appellant als partij in het geding hebben opgevolgd en die het geding zouden willen voortzetten. Ondanks een oproep in de Staatscourant hebben zich geen belanghebbenden gemeld die als partij aan het geding deel willen nemen. Dit leidt tot de conclusie dat het processuele belang aan de beoordeling van het hoger beroep is komen te ontvallen.
De procedure begon met een hoger beroep ingesteld door de advocaat van de appellant, mr. O.T.J.A. Kicken. Het college van burgemeester en wethouders van Heerlen heeft een verweerschrift ingediend. De opvolgend gemachtigde van de appellant, mr. M.E.M. Jacquemard, heeft zich ook in de procedure gemeld. Tijdens de zitting op 10 december 2013 was mr. Jacquemard aanwezig, terwijl het college vertegenwoordigd was door mr. A.F. Dekker. Na de zitting is het onderzoek heropend voor aanvullende informatie van het college, waarna partijen toestemming gaven om een nadere zitting achterwege te laten.
De Raad heeft in een tussenuitspraak van 19 augustus 2014 het college opgedragen een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. Na de uitvoering van deze opdracht door het college, werd het college op de hoogte gesteld van het overlijden van de appellant op 19 maart 2014. Er is geen informatie verkregen over eventuele erfgenamen, en de gemachtigde heeft zich onttrokken aan de zaak. Ondanks pogingen om contact op te nemen met de erven, is er geen reactie ontvangen. De zaak is uiteindelijk behandeld op de zitting van 21 juli 2015, waar niemand van de zijde van de appellant aanwezig was. De Centrale Raad van Beroep heeft geconcludeerd dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat er geen procesbelang meer is.