Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had een verzoek ingediend om kwijtschelding van een openstaande vordering van € 14.704,35. Deze vordering was ontstaan door teveel betaalde bijstand, die door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam was teruggevorderd. Het college had het verzoek om kwijtschelding afgewezen, omdat de appellant niet voldeed aan de voorwaarden zoals neergelegd in de Beleidsregels inkomensvoorziening WWB. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet gedurende vijf jaar aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan, wat een vereiste is voor kwijtschelding. De Raad heeft ook overwogen dat de appellant niet tijdig aan de voorwaarden heeft voldaan en dat het college hem hierover voldoende had geïnformeerd. De Raad concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die het college zouden verplichten om van het beleid af te wijken. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en het hoger beroep van de appellant is afgewezen. Er zijn geen proceskosten toegewezen, omdat er geen aanleiding voor veroordeling in de proceskosten is.