Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt het besluit van 11 december 2013, voor zover dat ziet op de ingangsdatum van de
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van bijstand aan appellant, een man afkomstig uit Afghanistan. Appellant had eerder een aanvraag voor bijstand ingediend, maar het college van burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch had deze aanvraag afgewezen op basis van het feit dat appellant zich niet eerder dan op 1 augustus 2013 had ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie. Appellant stelde dat hij zich al op 14 juni 2013 had gemeld bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, maar deze stelling was niet onderbouwd met objectieve en verifieerbare stukken. De Raad oordeelde dat het college tekort was geschoten in zijn onderzoeks- en motiveringsplicht, omdat het college appellant niet had bevraagd over zijn verblijfssituatie. De Raad besloot zelf in de zaak te voorzien en stelde de ingangsdatum van de bijstand vast op 24 juli 2013, in plaats van de eerder door het college vastgestelde datum. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en het besluit van het college, en veroordeelde het college tot betaling van de proceskosten van appellant.