ECLI:NL:CRVB:2015:3028
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) vanwege een schending van de inlichtingenverplichting door appellanten. Appellanten ontvingen sinds 25 februari 2005 bijstand naar de norm voor gehuwden. Naar aanleiding van een melding van het Inlichtingenbureau, dat via een koppeling met het kentekenregister van de RDW had vastgesteld dat er meerdere kentekens op naam van appellant stonden, heeft de sociale recherche van de gemeente Haarlemmermeer een onderzoek ingesteld. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat appellanten niet aan hun inlichtingenverplichting hadden voldaan, wat resulteerde in een herziening van de bijstand over de periode van oktober 2005 tot en met september 2010 en een terugvordering van € 18.621,60.
Het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer heeft op 20 januari 2012 de bijstand van appellanten herzien en de gemaakte kosten teruggevorderd. Na een bestreden besluit op 24 juli 2012, waarin de bijstand over september 2010 werd ingetrokken en een terugvordering van € 1.516,07 werd vastgesteld, hebben appellanten beroep aangetekend. De rechtbank Noord-Holland verklaarde het beroep ongegrond, waarna appellanten in hoger beroep gingen.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 8 september 2015 geoordeeld dat appellanten niet hebben aangetoond dat zij aan hun inlichtingenverplichting hebben voldaan. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank, waarbij werd vastgesteld dat appellanten niet voldoende bewijs hebben geleverd dat zij de relevante mutatieformulieren tijdig en op de juiste wijze bij het college hebben ingediend. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.