ECLI:NL:CRVB:2015:3194
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- L.H.J. van Haarlem
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en de beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 september 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de herziening van zijn WAO-uitkering door het Uwv. Appellant, die als internationaal vrachtwagenchauffeur werkte, had zijn werkzaamheden gestaakt vanwege rugklachten en ontving aanvankelijk een uitkering op basis van een arbeidsongeschiktheid van 15 tot 25%. Na een melding van toegenomen klachten in 2012, heeft het Uwv de uitkering herzien naar een arbeidsongeschiktheid van 35 tot 45%. Appellant was het niet eens met deze herziening en stelde dat zijn beperkingen ernstiger waren dan door de verzekeringsartsen van het Uwv was vastgesteld.
De Raad heeft in zijn beoordeling gekeken naar de medische onderzoeken die door het Uwv zijn uitgevoerd. De primaire verzekeringsarts had onderzoek gedaan naar de rugklachten van appellant, en de verzekeringsarts bezwaar en beroep had het dossier bestudeerd en de hoorzitting bijgewoond. De Raad concludeerde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de beperkingen van appellant adequaat waren gemotiveerd. De Raad onderschreef het oordeel van de rechtbank dat de geselecteerde functies medisch geschikt waren voor appellant.
Uiteindelijk heeft de Raad het hoger beroep van appellant afgewezen en de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd. Ook het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en ondertekend door de betrokken rechters.