ECLI:NL:CRVB:2015:3415
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening op grond van onduidelijke woon- en leefsituatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 oktober 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Rotterdam. De appellant had op 29 juli 2013 een aanvraag om bijstand ingediend op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Tijdens de aanvraag gaf de appellant aan dat hij op een bepaald adres in Rotterdam verbleef, maar later bleek dat hij geen vast verblijfadres had en dat het opgegeven adres slechts een postadres was. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft de aanvraag afgewezen omdat de appellant niet voldoende informatie had verstrekt over zijn woon- en leefsituatie, wat essentieel is voor het vaststellen van het recht op bijstand.
De rechtbank heeft de beslissing van het college bevestigd, en de appellant heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet de benodigde documenten had overgelegd, zoals een huurcontract of een verklaring van inwoning, en dat hij wisselend had verklaard over zijn verblijfplaats. De Raad oordeelde dat het op de weg van de appellant lag om duidelijkheid te verschaffen over zijn situatie, wat hij niet had gedaan. Hierdoor kon het college niet vaststellen of de appellant recht had op bijstand.
De Centrale Raad van Beroep heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd en geoordeeld dat de afwijzing van de aanvraag terecht was. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten, aangezien de appellant niet in het gelijk was gesteld.