ECLI:NL:CRVB:2015:3495
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake maatregel bijstandsverlaging wegens onvoldoende medewerking re-integratie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, waarin de rechtbank het beroep van appellant tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Zuidplas ongegrond heeft verklaard. Appellant ontving bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) en had zich op 13 maart 2013 en 7 mei 2013 ziek gemeld. Het college heeft de bijstand van appellant met ingang van 1 juni 2013 met 50% verlaagd gedurende twee maanden, omdat appellant zich ten onrechte ziek had gemeld en onvoldoende had meegewerkt aan een onderzoek naar zijn arbeidsinschakeling. Appellant betwistte de verwijtbaarheid van zijn ziekmeldingen en stelde dat hij gerechtvaardigd ziek was. De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld, waaronder de ziekmeldingen en de verklaringen van appellant en zijn zoon. De Raad concludeert dat het college op goede gronden heeft besloten tot de maatregel van bijstandsverlaging. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank, waarbij is geoordeeld dat appellant zich maatregelwaardig heeft gedragen en dat er geen geldige redenen waren voor zijn ziekmeldingen. De Raad oordeelt dat de opgelegde maatregel in overeenstemming is met de wet en dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.