Uitspraak
OVERWEGINGEN
20 maart 2012 een loongerelateerde uitkering op basis van de regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) toegekend, omdat appellant 100% arbeidsongeschikt is. Bij besluit van 16 december 2011 heeft het Uwv appellant bericht dat de loongerelateerde WGA-uitkering op 19 maart 2012 eindigt. Vanaf die datum ontvangt appellant een
WGA-loonaanvullingsuitkering eveneens gebaseerd op een arbeidsongeschiktheid van 100%.
WGA-loonaanvullingsuitkering ongewijzigd wordt voortgezet, gebaseerd op een arbeidsongeschiktheid van 100%. Vanaf 1 augustus 2014 wijzigt dit in 55,85%. Het Uwv heeft daaraan toegevoegd dat voor appellant, nu hij ten minste 20% van zijn oude loon kan verdienen, vanaf 1 augustus 2014 een inkomenseis geldt van € 920,81 per maand, te weten de helft van € 1.841,62. Bij beslissing van 28 november 2012 heeft het Uwv het bezwaar van appellant ongegrond verklaard.
28 november 2012 heeft het Uwv bij besluit van 3 juli 2013 (bestreden besluit 1) het bezwaar van appellant wederom ongegrond verklaard. Daaraan heeft het Uwv toegevoegd dat de loonaanvullingsuitkering van appellant ongewijzigd zal worden voortgezet. Nu de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant gewijzigd is vastgesteld op 77,66%, geldt voor de loonaanvullingsuitkering een inkomenseis. Voor appellant betekent dit dat voor hem vanaf
1 augustus 2014 een inkomenseis geldt van € 471,76 per maand, te weten de helft van
€ 943,52.
M.A.D. Mepschen en appellant medisch onderzocht tijdens het spreekuur op 21 mei 2013. De verzekeringsarts bezwaar en beroep acht appellant wegens de vastgestelde diagnoses van bipolaire stoornis en het syndroom van Asperger meer beperkt op de gebieden persoonlijk en sociaal functioneren. Zo is appellant beperkt te achten voor stresserende werkzaamheden en is hij aangewezen op een voorspelbare werkomgeving met duidelijk, gestructureerd werk zonder leidinggevende taken en met een afgebakend takenpakket. Verder concludeert de verzekeringsarts bezwaar en beroep dat sprake is van een lichte energetische beperking zodat op preventieve gronden een urenbeperking aangewezen is. De verzekeringsarts bezwaar en beroep acht een urenbeperking van 4 uur per dag, 20 uur per week op zijn plaats. Appellant heeft dusdanige psychopathologie en/of ernstige persoonlijkheidsproblematiek dat het aannemelijk is dat meer belasting zal leiden tot een ernstige overbelasting of decompensatie. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor het oordeel dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep ten aanzien van psychische en lichamelijke klachten van appellant informatie over het hoofd heeft gezien.
25 juli 2012 en per 1 augustus 2014. In hetgeen appellant in hoger beroep heeft aangevoerd, zijn geen aanknopingspunten gevonden om aan te nemen dat appellant op de data in geding medisch meer beperkt is, dan is aangenomen. Voor de daartoe strekkende stellingen van appellant is geen steun te vinden in de zich in het dossier bevindende medische informatie. Appellant heeft in hoger beroep geen nadere medische gegevens in geding gebracht. De overwegingen van de rechtbank ter zake worden volledig onderschreven en overgenomen. Ook de Raad ziet onder deze omstandigheden geen aanleiding voor een verdergaande urenbeperking. Deze overweging geldt ook voor het bestreden besluit 2 nu de verzekeringsarts op 15 juli 2014 in de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) van
15 juli 2014 geen aanvullende beperkingen heeft opgenomen ten opzichte van de FML van
26 juni 2013 en appellant op 7 juli 2014 ook heeft gesteld dat zijn klachten onveranderd zijn.
26 juni 2013 is er geen reden om aan te nemen dat de aan appellant voorgehouden functies zijn belastbaarheid overschrijden en niet aan de schatting ten grondslag hadden mogen worden gelegd. In dat verband wordt verwezen naar het rapport van 1 juli 2013 van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep waarin gemotiveerd en voldoende toegelicht is waarom de belastbaarheid niet wordt overschreden. Voor de geselecteerde functies die ten grondslag zijn gelegd aan het bestreden besluit 2 geldt dit evenzeer, ook in het rapport van de arbeidsdeskundige van 3 september 2014 is gemotiveerd en voldoende toegelicht waarom de belastbaarheid niet wordt overschreden.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 4 september 2014 ongegrond.