ECLI:NL:CRVB:2015:3647
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek en beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 oktober 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering aan appellante. Appellante had zich ziek gemeld met psychische klachten en was betrokken bij een verkeersongeval. Het Uwv had vastgesteld dat zij met ingang van 8 juli 2013 geen recht had op een WIA-uitkering, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. De rechtbank Amsterdam had het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarna appellante in hoger beroep ging.
De Raad oordeelde dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was uitgevoerd. De verzekeringsarts had dossierstudie verricht, informatie opgevraagd bij de huisarts en appellante lichamelijk en psychisch onderzocht. De conclusies van de verzekeringsarts werden ondersteund door rapporten en er waren geen aanknopingspunten om aan de vastgestelde beperkingen van appellante te twijfelen. De Raad concludeerde dat de door het Uwv geduide voorbeeldfuncties medisch geschikt waren voor appellante, ondanks haar psychische klachten en schouderklachten.
Uiteindelijk bevestigde de Raad de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek van appellante om schadevergoeding af. De Raad benadrukte dat het aan appellante was om aan te tonen dat de rapporten van de verzekeringsartsen niet zorgvuldig tot stand waren gekomen, wat niet was gebeurd. De uitspraak onderstreept het belang van zorgvuldig medisch onderzoek en de rol van de verzekeringsartsen in de beoordeling van arbeidsongeschiktheid.