ECLI:NL:CRVB:2015:3748
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G. van Zeben-de Vries
- L. Koper
- H.O. Kerkmeester
- Rechtspraak.nl
Geen recht op uitkering op grond van de Wet WIA; schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Groningen, die het bezwaar tegen het besluit van het Uwv om geen recht op een uitkering op grond van de Wet WIA te verlenen, ongegrond heeft verklaard. De Centrale Raad van Beroep heeft op 23 oktober 2015 uitspraak gedaan. Appellant, die zich ziek had gemeld na een ongeval, betwistte de vastgestelde arbeidsongeschiktheid en de geschiktheid voor de geselecteerde functies. De Raad heeft verschillende deskundigenrapporten in overweging genomen, waaronder die van psychiater W.H.J. Mutsaers en neuroloog J.U.R. Niewold, en heeft geconcludeerd dat de medische en arbeidskundige grondslag voor het besluit van het Uwv voldoende was. De Raad heeft de conclusies van de ingeschakelde deskundige P.R. Schiphof gevolgd, die stelde dat er geen neurologische verklaring was voor de klachten van appellant en dat deze klachten als gedragsprobleem moesten worden aangemerkt. De Raad heeft het hoger beroep van appellant afgewezen, maar heeft wel geoordeeld dat de redelijke termijn voor de procedure was overschreden. Appellant heeft recht op schadevergoeding van € 1.500,-, te betalen door het Uwv en de Staat der Nederlanden, vanwege de overschrijding van de redelijke termijn in zowel de bestuurlijke als de rechterlijke fase.