ECLI:NL:CRVB:2015:3895
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering en beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 november 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Amsterdam. Appellante, die zich op 17 juli 2011 ziek meldde met rug- en psychische klachten, had bezwaar gemaakt tegen de weigering van haar WIA-uitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het Uwv had vastgesteld dat appellante met ingang van 15 juli 2013 minder dan 35% arbeidsongeschikt was, wat leidde tot de afwijzing van haar uitkeringsaanvraag. De rechtbank had het beroep van appellante tegen deze beslissing ongegrond verklaard.
In hoger beroep voerde appellante aan dat haar beperkingen door de verzekeringsarts onvoldoende waren ingeschat en dat er ten onrechte geen urenbeperking was aangenomen. Ze verwees naar medische informatie van haar psychiater en oefentherapeut, en naar een recent besluit van het Uwv waarin haar arbeidsongeschiktheid op 100% werd vastgesteld. De Raad oordeelde echter dat de rechtbank terecht geen reden zag om te twijfelen aan de vastgestelde belastbaarheid van appellante. De verzekeringsgeneeskundige rapporten waren inzichtelijk en overtuigend, en de signaleringen waren naar behoren gemotiveerd.
De Raad bevestigde dat appellante, rekening houdend met haar beperkingen, in staat was om de geduide functies te vervullen. De argumenten van appellante in hoger beroep gaven geen aanleiding om het oordeel van de rechtbank te herzien. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak. Er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.