ECLI:NL:CRVB:2015:3928
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor kosten van beschermingsbewind
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 november 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag om bijzondere bijstand voor de kosten van beschermingsbewind door het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk. De appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. M. de Boorder, had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van zijn aanvraag, die was gebaseerd op het feit dat de bewindvoering niet door een professionele organisatie werd uitgevoerd. De rechtbank had het beroep van de appellant gegrond verklaard, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank niet had kunnen volstaan met enkel de verwijzing naar de gemeentelijke richtlijn die stelt dat bijzondere bijstand alleen kan worden verleend als de bewindvoerder is aangesloten bij een professionele organisatie. De Raad oordeelde dat de appellant niet had aangetoond dat hij kosten had gemaakt die noodzakelijk waren voor de uitvoering van het beschermingsbewind. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, waarbij de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand bleven. De Raad concludeerde dat er geen grond was voor het oordeel dat de appellant recht had op bijzondere bijstand.