ECLI:NL:CRVB:2015:4003
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid en verzekeringsgeneeskundig onderzoek
In deze zaak gaat het om de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, die zich op 18 juni 2007 ziek meldde na een periode van werkloosheid. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft vastgesteld dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt is, wat leidt tot de weigering van de uitkering. De rechtbank Amsterdam heeft het beroep van appellant tegen deze beslissing gegrond verklaard, maar de Centrale Raad van Beroep bevestigt in hoger beroep de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelt dat het Uwv een zorgvuldig verzekeringsgeneeskundig onderzoek heeft verricht en dat de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 4 juni 2012 de belastbaarheid van appellant correct weergeeft. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat zijn beperkingen zijn onderschat, maar de Raad oordeelt dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de juistheid van de FML en de geschiktheid van de voor appellant geselecteerde functies. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.