Uitspraak
OVERWEGINGEN
De Raad komt tot de volgende beoordeling.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 november 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de eindafrekening van zijn energiekosten over een bepaalde periode. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam had deze aanvraag afgewezen, omdat de energiekosten van de appellant niet boven de geldende Nibud-norm uitkwamen. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft de Raad de argumenten van de appellant beoordeeld. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant geen aantoonbare meerkosten had en dat de energiekosten die hij maandelijks betaalde lager waren dan de Nibud-norm voor een eenpersoonshuishouden. De Raad heeft ook overwogen dat het college voldoende maatwerk had geleverd door de situatie van de appellant aan de Nibud-normen te toetsen. Er waren geen bijzondere omstandigheden die een afwijking van deze normen rechtvaardigden.
De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep van de appellant niet slaagde en heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De beslissing is openbaar uitgesproken en er zijn geen proceskosten toegewezen.