ECLI:NL:CRVB:2015:4378
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand wegens weigering medewerking aan huisbezoek
In deze zaak gaat het om de intrekking van de bijstandsuitkering van appellante, die sinds 1 juli 2004 bijstand ontving op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, die het beroep van appellante tegen de intrekking van haar bijstand ongegrond verklaarde. De intrekking vond plaats omdat appellante weigerde medewerking te verlenen aan een huisbezoek door handhavingsspecialisten van de gemeente Haarlemmermeer, die onderzoek deden naar de rechtmatigheid van de bijstand. Appellante had verklaard dat zij medewerking wilde verlenen, maar bij het huisbezoek op 16 april 2013 stond zij slechts één handhavingsspecialist toe om haar woning binnen te gaan, wat in strijd was met de protocollen van de gemeente. De Raad oordeelt dat het college van burgemeester en wethouders een redelijke grond had voor het huisbezoek, gezien de omstandigheden en het hoge waterverbruik op het uitkeringsadres. De weigering van appellante om het huisbezoek toe te staan, leidde tot de conclusie dat het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld, waardoor het college bevoegd was om de bijstand in te trekken. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek van appellante om schadevergoeding af.