ECLI:NL:CRVB:2015:461
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H. van Leeuwen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake griffierecht en arbeidsongeschiktheidsuitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 januari 2015 uitspraak gedaan op het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 11 januari 2013. Verzoeker, woonachtig in Marokko, had verzocht om herziening van de uitspraak waarin zijn hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam niet-ontvankelijk was verklaard vanwege het niet tijdig betalen van het griffierecht. Verzoeker stelde dat het griffierecht wel was betaald, maar het Uwv heeft geen nadere reactie gegeven op het verzoek om herziening. Tijdens de zitting op 15 december 2014 zijn partijen niet verschenen.
De Raad heeft overwogen dat op grond van artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een onherroepelijke uitspraak kan worden herzien op basis van feiten of omstandigheden die vóór de uitspraak hebben plaatsgevonden, maar die bij de indiener van het verzoek niet bekend waren. Verzoeker heeft echter geen feiten of omstandigheden aangevoerd die aan deze voorwaarden voldoen. De Raad heeft vastgesteld dat verzoeker niet heeft aangetoond dat er nieuwe feiten of omstandigheden zijn die niet eerder naar voren konden worden gebracht. Het rechtsmiddel van herziening is niet bedoeld voor een hernieuwde discussie over de zaak of het toegepaste recht.
Daarom heeft de Centrale Raad van Beroep het verzoek om herziening afgewezen en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door H. van Leeuwen, in tegenwoordigheid van J.R. van Ravenstein als griffier, en is openbaar uitgesproken op 26 januari 2015.