ECLI:NL:CRVB:2015:773
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H. van Leeuwen
- Rechtspraak.nl
Weigering van uitkering op basis van de Wet WIA na beoordeling van arbeidsongeschiktheid en verzekeringsgeneeskundig onderzoek
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 maart 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Nederland. De appellant, die zich arbeidsongeschikt had gemeld met psychische klachten, had bezwaar gemaakt tegen de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om hem een uitkering op grond van de Wet WIA toe te kennen. De Raad oordeelde dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek naar de beperkingen van de appellant zorgvuldig was uitgevoerd en dat de beperkingen correct waren weergegeven in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML). De rechtbank had eerder geoordeeld dat er geen reden was om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van het onderzoek en dat het bestreden besluit op een juiste arbeidskundige grondslag berustte.
De appellant had in hoger beroep aangevoerd dat zijn beperkingen, vooral die samenhangen met zijn psychische klachten, waren onderschat. Hij verwees naar rapporten van zijn behandelend psycholoog en psychiater, maar de Raad concludeerde dat deze informatie geen nieuwe feiten of gegevens opleverde die het oordeel over de beperkingen en mogelijkheden van de appellant op de datum in geding konden wijzigen. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en bevestigde de uitspraak, waarbij het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De Raad concludeerde dat de geselecteerde functies voor de appellant passend waren en dat de mate van arbeidsongeschiktheid correct was vastgesteld.