ECLI:NL:CRVB:2016:1185
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H. van Leeuwen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake loongerelateerde WGA-uitkering en medisch onderzoek
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die haar beroep tegen een besluit van het Uwv ongegrond verklaarde. Appellante, die als jongerenwerker werkte, was uitgevallen door lichamelijke en psychische klachten en had een aanvraag ingediend voor een loongerelateerde WGA-uitkering. Het Uwv had vastgesteld dat appellante recht had op deze uitkering, maar appellante was het niet eens met de vastgestelde beperkingen en de conclusie van de verzekeringsarts dat zij in staat was om bepaalde voorbeeldfuncties te vervullen.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig is verricht. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat er geen reden is om aan de conclusies van de verzekeringsarts te twijfelen. De verzekeringsarts heeft op basis van dossieronderzoek en eigen onderzoek van appellante geconcludeerd dat zij niet meer beperkingen heeft dan eerder vastgesteld. Appellante heeft in hoger beroep geen nieuwe medische gegevens overgelegd die haar stellingen onderbouwen.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat appellante in medisch opzicht in staat is de geselecteerde voorbeeldfuncties te vervullen. De beslissing van de rechtbank om het beroep van appellante ongegrond te verklaren wordt daarmee bekrachtigd. Er zijn geen gronden voor een veroordeling in de proceskosten, en de uitspraak wordt openbaar gedaan.