ECLI:NL:CRVB:2016:124
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar tegen intrekking bijstandsbesluit
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Appellant, die bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had bezwaar gemaakt tegen de intrekking van zijn bijstandsuitkering door het college van burgemeester en wethouders van Tilburg. Het college had het bezwaar echter niet-ontvankelijk verklaard, omdat appellant niet binnen de daarvoor geldende termijn bezwaar had gemaakt. Appellant stelde dat hij het besluit van intrekking later had ontvangen dan de verzenddatum, en dat de bezorging door de Diamant-groep, die door het college werd ingeschakeld, niet betrouwbaar was.
De Raad heeft vastgesteld dat het college niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het besluit op de juiste wijze was verzonden en ontvangen. De Raad oordeelde dat de werkwijze van het college en de Diamant-groep onvoldoende waarborgen bood voor een deugdelijke verzendadministratie. Hierdoor kon niet worden vastgesteld wanneer het besluit daadwerkelijk was bekendgemaakt aan appellant. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en het bezwaar van appellant alsnog ontvankelijk verklaard. Het college werd opgedragen om binnen zes weken een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen, rekening houdend met de uitspraak van de Raad. Tevens werd het college veroordeeld in de proceskosten van appellant, die in totaal € 1.984,- bedroegen.