ECLI:NL:CRVB:2016:1480
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G. van Zeben-de Vries
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake loongerelateerde WGA-uitkering en medische beoordeling
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de beslissing van het Uwv met betrekking tot zijn loongerelateerde WGA-uitkering. Appellant, die sinds 2008 arbeidsongeschikt is door diverse medische klachten, heeft in 2010 recht gekregen op een loongerelateerde WGA-uitkering. In 2012 heeft hij gemeld dat zijn gezondheid was verslechterd, wat leidde tot een herbeoordeling door het Uwv. Het Uwv heeft vastgesteld dat zijn mate van arbeidsongeschiktheid ongewijzigd bleef, wat appellant betwistte. De rechtbank heeft in eerdere uitspraken geoordeeld dat het bestreden besluit van het Uwv op een gebrekkige medische grondslag berustte en heeft het Uwv opgedragen het gebrek te herstellen. In hoger beroep heeft appellant zijn eerdere gronden herhaald en betoogd dat er onvoldoende rekening is gehouden met zijn beperkingen. De Centrale Raad van Beroep heeft de eerdere uitspraken van de rechtbank bevestigd, waarbij is overwogen dat de medische beoordelingen van het Uwv voldoende onderbouwd zijn en dat appellant in staat is om bepaalde functies te vervullen ondanks zijn beperkingen. De Raad heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet slaagt en dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.