In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 mei 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ingangsdatum van de IVA-uitkering van betrokkene, die eerder dan 27 november 2012 zou moeten zijn vastgesteld. Betrokkene was sinds 17 juli 2007 arbeidsongeschikt door lichamelijke klachten en had eerder een loongerelateerde WGA-uitkering ontvangen. Het Uwv had in een besluit van 19 maart 2013 vastgesteld dat betrokkene met ingang van 27 november 2012 recht had op een IVA-uitkering. Appellante, de werkgever van betrokkene, was het niet eens met deze ingangsdatum en stelde dat de volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid van betrokkene al eerder was ingetreden. De Raad heeft vastgesteld dat de bedrijfsarts in zijn rapporten voldoende medische gegevens heeft aangeleverd die aantonen dat de gezondheidssituatie van betrokkene al eerder ernstig was en dat de belastbaarheid marginaal was. De Raad oordeelde dat het Uwv ten onrechte de ingangsdatum van de IVA-uitkering had vastgesteld op 27 november 2012, en dat deze datum eerder had moeten zijn vastgesteld op 15 september 2012. De uitspraak van de rechtbank Den Haag werd vernietigd en het beroep van appellante werd gegrond verklaard. Tevens werd het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante, die in totaal € 2.480,- bedroegen.