ECLI:NL:CRVB:2016:2200
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake de Algemene nabestaandenwet
Op 15 juni 2016 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 8 mei 2015, met kenmerk 13/3937 ANW. Verzoekster, woonachtig in Marokko, had verzocht om herziening van deze uitspraak, waarin de rechtbank Amsterdam op 27 juni 2013 het beroep van verzoekster tegen de weigering van de Sociale verzekeringsbank (Svb) om haar overleden echtgenoot postuum toe te laten tot de vrijwillige verzekering voor de Algemene nabestaandenwet, ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 4 mei 2016 was verzoekster niet verschenen, terwijl de Svb vertegenwoordigd was door mr. A. van der Weerd.
In haar verzoekschrift had verzoekster aangegeven in een moeilijke financiële positie te verkeren en vroeg zij om een nieuwe, gunstige beslissing. De Raad heeft echter vastgesteld dat verzoekster geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die voldoen aan de criteria van artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit artikel stelt dat herziening alleen mogelijk is op basis van feiten of omstandigheden die vóór de uitspraak hebben plaatsgevonden, niet bekend waren bij de indiener en die, indien ze eerder bekend waren geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben geleid.
De Raad benadrukte dat het rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak. Gezien het ontbreken van relevante nieuwe feiten of omstandigheden heeft de Raad het verzoek om herziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door H.J. Simon, in tegenwoordigheid van N. Veenstra als griffier, en is openbaar uitgesproken op 15 juni 2016.