ECLI:NL:CRVB:2016:2545
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herbeoordeling loongerelateerde WGA-uitkering en afwijzing IVA-uitkering met betrekking tot psychische klachten
In deze zaak gaat het om de herbeoordeling van de loongerelateerde WGA-uitkering van appellante, die sinds 1 januari 2009 in aanmerking kwam voor deze uitkering vanwege psychische klachten. De mate van arbeidsongeschiktheid was aanvankelijk vastgesteld op 80 tot 100%, maar na een verzoek van de werkgeefster om herbeoordeling, concludeerde het Uwv dat appellante niet in aanmerking kwam voor een IVA-uitkering. De psychiater H. Kondakçi voerde een expertise uit, maar het Uwv handhaafde de WGA-uitkering. Appellante ging in beroep tegen deze beslissing, maar de rechtbank verklaarde het beroep ongegrond. In hoger beroep voerde appellante aan dat de besluitvorming door het Uwv als reformatio in peius moest worden gezien en dat het medisch onderzoek onzorgvuldig was. De Raad voor de Rechtspraak oordeelde echter dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de vastgestelde beperkingen van appellante niet onjuist waren. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen reden was om de bij appellante vastgestelde beperkingen voor onjuist te houden. De Raad concludeerde dat appellante geschikt was voor de geselecteerde functies en dat het hoger beroep niet slaagde.