Uitspraak
29 mei 2015, 14/6717 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de weigering van een tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Appellant heeft in 2010 een tegemoetkoming van € 3.097,- toegekend gekregen, met de voorwaarde dat de nieuwe woning gelijkvloers of bereikbaar met een lift moest zijn. In april 2014 is appellant verhuisd naar een woning op de eerste verdieping, bereikbaar via een trap met dertien treden. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft het verzoek van appellant om uitbetaling van de tegemoetkoming afgewezen, omdat de nieuwe woning niet voldeed aan de gestelde voorwaarden. De rechtbank Amsterdam heeft het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat zijn nieuwe woning goed toegankelijk is, omdat de trap breed is en uit twee delen bestaat. Hij heeft ook zijn persoonlijke omstandigheden uiteengezet, waaronder dakloosheid en een slechte gezondheid, en betoogd dat het college de hardheidsclausule had moeten toepassen. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat appellant in hoger beroep geen nieuwe gronden heeft aangevoerd die de rechtbank tot een ander oordeel hadden moeten brengen. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en bevestigt de aangevallen uitspraak, waarbij het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. De uitspraak is gedaan op 14 september 2016.