ECLI:NL:CRVB:2016:3736
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Intrekking van het recht op bijstand na niet-naleving van inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking van de bijstandsuitkering van appellant, die sinds 18 februari 2004 een uitkering ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die eerder de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam had bevestigd. Appellant is niet verschenen op een oproep om bankafschriften te overleggen, wat leidde tot de opschorting en uiteindelijk de intrekking van zijn bijstandsuitkering. De Raad heeft vastgesteld dat appellant niet heeft voldaan aan zijn inlichtingenverplichting, ondanks herhaalde verzoeken van het college om de benodigde documenten te overleggen. De Raad oordeelt dat het college terecht heeft gehandeld door de bijstand in te trekken, omdat appellant zonder geldige reden niet is verschenen op de oproep en de gevraagde gegevens niet heeft verstrekt. De beroepsgrond van appellant dat de uitnodiging voor het gesprek op 31 januari 2013 als eerste oproep moet worden gezien, wordt verworpen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.