ECLI:NL:CRVB:2016:3897
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Rechtspraak.nl
Herziening van eerdere uitspraken inzake verzoeken om herziening van de Raad
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 oktober 2016 uitspraak gedaan op verzoeken om herziening van eerdere uitspraken van de Raad van 5 augustus 2014. Verzoeker heeft op 11 september 2014 verzocht om herziening van deze uitspraken, waarbij hij aanvoert dat er psychische dwang wordt uitgeoefend door het bestuursorgaan en de rechter in eerste aanleg en in hoger beroep. Verzoeker stelt dat zijn bezwaren herhaaldelijk niet-ontvankelijk worden verklaard en dat gronden niet inhoudelijk worden behandeld, wat leidt tot frustratie van de rechtsgang. Daarnaast wordt er gesproken over onrechtmatige collectieve beleidsvoering en het negeren van door verzoeker gemaakte kosten, wat volgens hem leidt tot kapitaalvernietiging door het uitblijven van scholing en re-integratie. Verzoeker heeft herhaaldelijk verzocht om ICT-scholing, maar zijn verzoeken zijn niet ingewilligd.
De Centrale Raad van Beroep overweegt dat volgens vaste rechtspraak alleen van de oorspronkelijke uitspraak herziening kan worden gevraagd. Het indienen van een verzoek om herziening van een reeds eerder op een verzoek om herziening gewezen uitspraak wordt als zinloos beschouwd en is niet passend binnen het systeem van de Algemene wet bestuursrecht. De Raad ziet geen aanleiding om van deze vaste rechtspraak af te wijken en verklaart de herzieningsverzoeken van verzoeker niet-ontvankelijk. De uitspraak is gedaan door R.H.M. Roelofs, in tegenwoordigheid van J. Tuit als griffier, en is openbaar uitgesproken op 11 oktober 2016.