ECLI:NL:CRVB:2016:4155
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de toekenning van bijzondere bijstand voor babyuitzet in de vorm van een lening
In deze zaak heeft appellante op 18 juli 2014 een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van een babyuitzet. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft op 7 oktober 2014 besloten om bijzondere bijstand te verlenen in de vorm van een geldlening van € 649,-, terwijl appellante had verzocht om een gift. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank Rotterdam heeft de uitspraak van het college bevestigd, waarna appellante in hoger beroep is gegaan.
De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen. De Raad heeft vastgesteld dat de bijzondere bijstand voor de kosten van een babyuitzet volgens het gemeentelijk beleid uitsluitend in de vorm van een lening wordt verstrekt. Appellante heeft aangevoerd dat het college onzorgvuldig heeft gehandeld, omdat op de website van de gemeente niet duidelijk was vermeld dat de bijstand alleen als lening zou worden verstrekt. De Raad heeft echter geoordeeld dat het college in redelijkheid van zijn bevoegdheid gebruik heeft kunnen maken om de bijstand als lening te verstrekken.
De Raad heeft geconcludeerd dat appellante op de hoogte was van de voorwaarden en dat het college niet verplicht was om een keuzemogelijkheid op het aanvraagformulier op te nemen. De Raad heeft het hoger beroep van appellante afgewezen en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er zijn geen gronden voor een proceskostenveroordeling.