ECLI:NL:CRVB:2016:4363
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand en toepassing van artikel 4:6 Awb bij herhaalde aanvragen
Op 15 november 2016 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand door het college van burgemeester en wethouders van Edam-Volendam, als rechtsopvolger van het college van de voormalige gemeente Zeevang. Appellanten, die eerder op 7 juli 2014 bijzondere bijstand hadden aangevraagd, dienden op 11 november 2014 een herhaalde aanvraag in, waarbij zij stelden dat zij vanaf 1 november 2014 een bestuursrechtelijke premie zorgverzekering verschuldigd waren, wat zij als nieuw feit aanvoerden. Het college heeft deze aanvraag afgewezen, omdat er volgens hen geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren die aanleiding gaven om de eerdere afwijzing te herzien. De rechtbank heeft het beroep tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, wat door appellanten in hoger beroep werd bestreden.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de aanvraag van 11 november 2014 een herhaling was van de eerdere aanvraag en dat artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing is. Dit artikel vereist dat bij een herhaalde aanvraag nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden worden aangevoerd. De Raad concludeert dat de bestuursrechtelijke premie, hoewel deze invloed heeft op de draagkracht van appellanten, geen nieuw feit is dat de eerdere beslissing kan beïnvloeden. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het college terecht geen rekening heeft gehouden met de bestuursrechtelijke premie bij de beoordeling van de aanvraag voor bijzondere bijstand. De uitspraak wordt openbaar uitgesproken zonder veroordeling in proceskosten.