ECLI:NL:CRVB:2016:4608
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstandsverlening na niet verschijnen op gesprekken en niet inleveren van gevraagde gegevens
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel, die het beroep van appellant tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Hengelo ongegrond heeft verklaard. Appellant ontving vanaf 15 september 2013 bijstand op basis van de Participatiewet (PW). Hij werd uitgenodigd voor verschillende gesprekken bij de afdeling Sociale Zaken, maar heeft deze afgezegd wegens ziekte en is uiteindelijk niet verschenen op de afspraken. Het college heeft daarop de bijstand van appellant opgeschort en later ingetrokken, omdat hij niet de gevraagde gegevens had ingeleverd.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat appellant geen rechtsmiddel heeft aangewend tegen de opschorting van de bijstand en dat de intrekking van de bijstand op grond van artikel 54, vierde lid, van de PW rechtmatig was. De Raad oordeelt dat appellant verzuimd heeft om binnen de gestelde termijn de gevraagde gegevens te verstrekken, en dat hem hiervan een verwijt kan worden gemaakt. De Raad heeft ook overwogen dat de omstandigheden van appellant, waaronder zijn medische situatie, niet voldoende zijn om hem te ontslaan van de verplichting om de gevraagde gegevens te overleggen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.