ECLI:NL:CRVB:2016:4717
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening AOW-toeslag en duurzaam gescheiden leven
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De appellant ontving sinds 19 februari 2013 een ouderdomspensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW) voor gehuwden, inclusief een (gedeeltelijke) toeslag. De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft echter het recht op deze toeslag herzien, omdat de echtgenote van de appellant een pensioen ontving dat de hoogte van de toeslag beïnvloedde. De Svb vorderde bovendien een bedrag van € 6.375,56 terug van de appellant wegens te veel betaalde toeslag.
De appellant heeft in bezwaar aangevoerd dat hij duurzaam gescheiden leefde van zijn echtgenote, maar de Svb heeft dit bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank heeft in de eerdere uitspraak geoordeeld dat er geen sprake was van duurzaam gescheiden leven, omdat de appellant in zijn AOW-aanvraag had aangegeven gehuwd te zijn en samen te leven met zijn echtgenote. De verklaring van de echtgenote over een buitenechtelijke relatie in 2012 ondersteunt niet het standpunt van de appellant.
In hoger beroep heeft de appellant opnieuw gesteld dat hij duurzaam gescheiden leefde, maar de Raad heeft geoordeeld dat er geen nieuwe informatie is gepresenteerd die tot een ander oordeel kan leiden. De Raad heeft de definitie van duurzaam gescheiden leven uit de AOW-wetgeving bevestigd en geconcludeerd dat de omstandigheden niet wijzen op een duurzame scheiding. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.