ECLI:NL:CRVB:2016:4754
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- M. Hillen
- R. van der Spoel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen buiten behandeling stellen aanvraag bijstandsverlening op grond van de WWB
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant, die het beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch ongegrond heeft verklaard. Appellant ontving sinds 1 juni 2011 bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Na een opschorting van zijn recht op bijstand op 9 april 2014, heeft het college op 4 juni 2014 de bijstand ingetrokken, omdat appellant niet tijdig de gevraagde gegevens over zijn vermogenspositie had verstrekt. Appellant heeft op 18 juni 2014 een nieuwe aanvraag voor bijstand ingediend, maar het college heeft deze aanvraag buiten behandeling gesteld omdat appellant niet alle gevraagde bankafschriften had overgelegd.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het college terecht heeft besloten de aanvraag niet te behandelen, omdat de financiële situatie van de aanvrager essentieel is voor de beoordeling van de bijstandsaanvraag. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij de gevraagde gegevens heeft aangeleverd voor zover mogelijk, maar de Raad voor de Rechtspraak bevestigt het oordeel van de rechtbank. De Raad stelt vast dat appellant niet alle benodigde gegevens heeft verstrekt en dat het college terecht heeft gehandeld door de aanvraag buiten behandeling te stellen. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.