Uitspraak
2 november 2015, 15/5347 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
16 juni 2015 ten grondslag.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellant, die werkzaam was als heftruckchauffeur/magazijnmedewerker, had zich op 19 november 2014 ziek gemeld wegens psychische klachten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had echter vastgesteld dat de appellant op de datum van zijn ziekmelding niet verzekerd was voor de Ziektewet (ZW), omdat hij zijn dienstverband op 5 september 2014 had beëindigd. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bevestigd.
De Raad oordeelde dat de appellant, die vanaf 6 september 2014 geen dienstverband meer had, zich eerder had kunnen ziek melden. Er was geen reden om te veronderstellen dat hij niet in staat was om zich ziek te melden vóór het einde van de ZW-verzekering op 3 oktober 2014. De Raad volgde de conclusie van de rechtbank dat niet aannemelijk was dat de appellant vóór deze datum arbeidsongeschikt was. De appellant had geen nieuwe medische informatie ingediend die zijn standpunt kon onderbouwen. De Centrale Raad van Beroep bevestigde daarom de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij het hoger beroep van de appellant werd afgewezen.