ECLI:NL:CRVB:2016:5126
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering op basis van medische grondslag en geschiktheid van functies
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Gelderland. De appellant, die sinds 1 januari 2009 als glaszetter werkte, was sinds 28 september 2009 arbeidsongeschikt en ontving een loongerelateerde WGA-uitkering. Na een herbeoordeling door het Uwv werd vastgesteld dat zijn arbeidsongeschiktheid was afgenomen en dat hij voor minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De appellant was het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld.
De rechtbank Gelderland had in haar uitspraak geoordeeld dat het advies van de door haar ingeschakelde deskundige, psychiater drs. N.J. de Mooij, gevolgd kon worden. De deskundige had geen psychiatrische stoornis vastgesteld en de rechtbank vond het onderzoek zorgvuldig en volledig. De Centrale Raad van Beroep heeft deze overwegingen bevestigd en geoordeeld dat er geen reden was om het advies van de deskundige niet te volgen. De Raad concludeerde dat de arbeidsdeskundige de geschiktheid van de geselecteerde functies voldoende had gemotiveerd en dat er geen nieuwe medische gegevens waren ingediend die tot een ander oordeel konden leiden.
De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak benadrukt het belang van deskundige rapportages in het bestuursrecht en de rol van de rechter in het volgen van onafhankelijke adviezen.