ECLI:NL:CRVB:2016:547
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- P. Vrolijk
- L. Koper
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering na aanpassing Functionele Mogelijkhedenlijst; beoordeling arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 februari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Midden-Nederland. De appellant, die als teamcoördinator werkzaam was, had zich op 14 oktober 2011 ziek gemeld vanwege psychische klachten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had op 10 september 2013 vastgesteld dat appellant met ingang van 11 oktober 2013 geen recht had op een WIA-uitkering, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. In bezwaar heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep aanvullende informatie ingewonnen van de behandelend psychiater, die leidde tot een aangepaste Functionele Mogelijkhedenlijst (FML). Ondanks deze aanpassing concludeerde de arbeidsdeskundige dat er voldoende passende functies voor appellant beschikbaar waren, waardoor de mate van arbeidsongeschiktheid onder de 35% bleef.
De rechtbank verklaarde het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond, waarbij zij oordeelde dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek op deugdelijke wijze had plaatsgevonden. Appellant ging in hoger beroep en handhaafde zijn bezwaren, met name gericht op de noodzaak van een urenbeperking. De Raad oordeelde dat de overwegingen van de rechtbank juist waren en dat er geen voldoende objectief-medische grond was voor een urenbeperking. De Raad bevestigde dat appellant, rekening houdend met de vastgestelde beperkingen, in staat was de voor hem passende functies te vervullen. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in proceskosten.